Sinds 2010 wordt het welzijnswerk in Rotterdam via aanbestedingen georganiseerd. Voor de periode 2022–2028 vroeg de gemeente bijzondere aandacht voor drie groepen bewoners: mensen met een licht verstandelijke beperking, Rotterdammers met GGZ-problematiek en arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Vooral de laatste groep bleek nauwelijks bereikt te worden. wmo radar en Stichting Mara sloegen de handen ineen om dit te veranderen.
Nieuwe wegen naar contact
In Charlois, Carnisse en de Tarwewijk wonen veel Polen en Bulgaren. Zij werken vaak in laagbetaalde sectoren, kennen het Nederlandse systeem niet en velen kampen regelmatig met schulden, huisvestingsproblemen en gezondheidsvragen. In de Huizen van de Wijk kwamen ze nauwelijks. Jolanda Moerkerke van wmo radar vertelt dat er daarom werd besloten om actiever contact te leggen, sleutelfiguren te zoeken en activiteiten voor deze bewoners te organiseren. Vrijwilligers en lokale netwerkjes bleken daarbij onmisbaar.
Stichting Mara, met ervaring tijdens de coronaperiode met het helpen van Bulgaarse gezinnen, werd daarbij een belangrijke partner. Samen ontwikkelden zij een informele, persoonlijke aanpak. Na twee jaar investeren kwam het echt op gang en inmiddels draaien de activiteiten als een “vliegwiel” en ontstaan betekenisvolle contacten binnen de gemeenschappen en tussen de gemeenschappen en de rest van de Rotterdamse samenleving.
Het Oekraïens Huis als schakel
De oorlog in Oekraïne bracht nieuwe urgentie. Binnen enkele maanden werd het Oekraïens Huis geopend, een huiskamer waar activiteiten, vrijwilligerswerk en ondersteuning samenkomen. Dit succesvolle model inspireerde ook de aanpak voor andere EU-migranten. Burgemeester Schouten pleitte voor meer laagdrempelige plekken, juist voor bewoners die weinig vertrouwen in de overheid hebben. Zo ontstond een nieuwe infrastructuur, nauw verbonden met de bestaande Huizen van de Wijk. Later kwam dan ook Huiskamer De Horizon tot stand. Deze wordt geleid door twee coördinatoren met een Poolse en Bulgaarse achtergrond. Ze worden begeleid door de projectleider van Mara, Sefa Akbulut, i.s.m. wmo radar. Kleine activiteiten vinden in de huiskamers plaats. Voor grotere evenementen wordt uitgeweken naar de Huizen van de Wijk.
Motor voor participatie
Deze huiskamers en Huizen van de Wijk zijn meer dan ontmoetingsplekken en buurthuizen: ze zijn motoren voor participatie. Bewoners doen vrijwilligerswerk, vinden hulp zonder dat dit wordt geregistreerd, ontmoeten anderen en ondernemen zelf initiatieven. Vrijwilligers en coördinatoren met eenzelfde culturele achtergrond spelen een sleutelrol in het leggen van informele contacten en het opbouwen van vertrouwen. Wat begon als een zoektocht, is uitgegroeid tot een netwerk waarin deze groepen bewoners zelf de motor zijn.
Goed welzijnswerk vraagt lef
Jolanda Moerkerke van wmo radar heeft een heldere boodschap: goed welzijnswerk gaat verder dan protocollen en formele hulp. Het draait om nabijheid, vertrouwen, verbinden en laagdrempelige plekken. Het vraagt lef en ondernemerschap, ruimte om te experimenteren en fouten te maken, en betrokken partners zoals Stichting Mara. Deze aanpak versterkt bewoners, bevordert sociale samenhang en bereikt juist degenen die anders langs de kant zouden blijven staan. Zo zegt Jolanda: “Met een paar betrokken mensen die koers houden, lukt het om echt contact te maken – en bewoners sterker te maken en echt hun welzijn te verbeteren.”
Waardevolle samenwerking
In dit alles was de samenwerking van wmo radar met Stichting Mara van grote betekenis. Mara heeft, net als wmo radar, een cultuur waarin geleerd en geëxperimenteerd kon worden, met ruimte voor zingeving en een goed gesprek. Mara wist vanuit klassieke presentie- en opbouwwerkmethoden contact te maken met bewoners uit Oost-Europa, vaak op een persoonlijke en laagdrempelige manier. Mara had toegang tot netwerken met ondernemers uit de Tarwewijk en Carnisse : deze ondernemers bleken belangrijk in perioden waarin het met arbeidsmigranten niet goed gaat. Stichting Mara’s bijdrage hielp om vertrouwen te winnen, nieuwe netwerken te bouwen en welzijnswerk daadwerkelijk dichtbij de bewoners te brengen. Zoals Jolanda het zelf samenvatte: “Met Mara konden we nieuwe dingen uitproberen en dankzij professionals zoals Sefa kwamen we écht in gesprek met bewoners die we anders niet hadden bereikt.”